Bologna, 1858. De zesjarige Edgardo Mortara moet op last van de pauselijke autoriteiten weg bij zijn joodse familie omdat hij als baby stiekem gedoopt is en daarom als christen moet worden opgevoed. Zijn ouders gaan niet bij de pakken neerzitten en hun strijd om hun zoon terug te krijgen dreunt door tot in politieke kringen. Hierdoor komt het pausdom lijnrecht tegenover de democratie en de Italiaanse eenwording te staan. Een ontvoering met raakvlakken met een roerig Italië tijdens de Risorgimento (1820-1870), waarin de politieke macht van het Vaticaan afkalfde.
