De wetenschapper J. Robert Oppenheimer leidt het zeer geheime Manhattanproject. Onder meer de Hongaarse wetenschapper Edward Teller, die de waterstofbom uitvindt, werkt eraan mee. Oppenheimer is getrouwd met Katherine, maar heeft een affaire met Jean Tatlock, een lid van de Communistische Partij. De overheid, met senator McCarthy voorop, acht haar gevaarlijk voor de veiligheid van Amerika. Oppenheimer is uiteindelijk verantwoordelijk voor de uitvinding van de atoombom.
In Oppenheimer deconstrueert regisseur Christopher Nolan (Memento, Interstellar) de ‘vader van de atoombom’, die zijn laboratoriumidealen zag uitmonden in een mogelijk einde van de wereld. Nolan maakt van J. Robert Oppenheimer een haast mythische figuur, voorgoed gekweld, geliefd en geketend door zijn uitvinding.
Zo wordt Oppenheimer geen spektakelstuk over bommen en granaten, maar vooral een meesterlijk gelaagde aftasting van een man die held, redder en vernietiger ineen werd. Een magistrale film met sterrencast die ondanks zijn lengte geen moment verveelt.