Menselijke gevoelens en ambities als hebzucht, macht, vertwijfeling, angst, maar ook trouw, liefde en verlossing zijn de rode draad in deze opera, das Rheingold, die zich afspeelt aan de vooravond van nog drie dagen, drie delen met een eigen titel: Die Walküre, Siegfried en Götterdämmerung. Samen vormen deze delen Der Ring des Nibelungen.
Das Rheingold begint met een lang aangehouden bastoon die als het ware het ontstaan van de wereld verbeeldt. Geleidelijk zwelt de muziek aan en wordt de vloed van de Rijn steeds hoorbaarder. Dit is het Aarde- of Rijnmotief.
De Rijndochters of Rijnmaagden zijn drie waternimfen (Rheintöchter) Hun namen zijn Woglinde, Wellgunde en Flosshilde (Floßhilde). Zij bewaken het Rijngoud dat hun door vader Rijn is toevertrouwd. De Nibelung dwerg Alberich steelt het goud van de Rijndochters. Het geheim van dit goud is dat degene die de liefde afzweert, uit het goud een ring mag laten smeden en zo de heerschappij over de wereld verwerft. Er zijn echter nog meer kapers op de kust.
In het Duits gezongen met Nederlandse ondertiteling.